Hieronder treft u een toelichting aan op het leesrooster zoals dat ook in ‘De Berichten’ is verschenen.
Dit is de laatste keer dat deze pagina wordt geactualiseerd.
25 juni 2023 stopt de Werkhofgemeenschap met activiteiten.
2 april: Palmzondag: keuze uit Matteüs 21,1-11, Psalm 118, 1-2.19-29, Jesaja 50,4-7, Psalm 73,13-20, Filippenzen 2,5-11, Matteüs 26,1 – 27,66
Die “hele stad” vraagt zich af: “Wie is die man?” of “Wie is dat?” Wie is degene die zich hier zo onomwonden vertoont als de langverwachte Messias? De “menigten” geven een helder antwoord: “Dit is de profeet Jezus uit Nazaret in Galilea”. Hier laat iemand zichzelf zien als de langverwachte messiaanse opvolger van David. Jezus heeft echter niet alleen de gestalte van een koning, maar ook de gestalte van een profeet. Daarmee staat Hij in de traditie van Mozes en de andere profeten. Bij de tempelreiniging zal dat zichtbaar worden. Zachtmoedig en vredelievend is niet hetzelfde als onkritisch.
6 april: Witte Donderdag: Exodus 12, 1.15-20, Johannes 13,1-15 (afbeelding Laatste Avondmaal
Het is opvallend dat waar de andere evangelies bij de beschrijving van het laatste avondmaal vertellen over het breken van het brood en het delen van de beker Johannes hier het verhaal invoegt van de voetwassing door Jezus.
Drie elementen tillen de voetwassing door Jezus boven het alledaagse uit. Om te beginnen het tijdstip. In de oudheid vond de voetwassing plaats als je de gasten ontving. Jezus doet het echter halverwege de maaltijd. Verder legt Jezus zin kleren af in het meervoud. Hij legt als het ware zijn leven af, vergelijkbaar met wat Paulus zegt in de oeroude Christus-hymne van Filippenzen 2,6-11. Tenslotte is het wassen van voeten de taak van slaven of dienaren. Jezus treedt hier echter zelf op als dienaar door een linnen doek om te binden, hoewel hij rabbi en meester is. Dit wijst op een omkering van de bestaande orde.
7 april: Goede Vrijdag: Exodus 12, 1.21-28, Psalm 22, Johannes 18,1 – 19,42
Uniek voor Johannes is het uitgebreide gesprek met Pilatus in het pretorium. Centraal onderwerp van het gesprek is het “koningschap” van Jezus. Pilatus benadert dat als een seculier koningschap, maar Jezus zegt: “Mijn koningschap is niet van deze wereld.” Verder doet hij er het zwijgen toe ook als hij zich had kunnen vrijpleiten toen “de Joden” hem beschuldigden van opstand tegen de keizer. Als ze de keuze krijgen tussen Jezus en ‘BarAbbas”- allebei Zoon van de Vader”- kiezen ze de laatste en aanvaarden daarmee de keizer als hun enige koning.
Jezus gaat de weg naar het kruis. En heel de wereld zal nu weten van zijn koningschap door het bord dat op het kruis wordt bevestigd: “Jezus van Nazaret, koning van de joden”.
9 april: Paaszondag: Ezechiël 36, 24-28, Johannes 20,1-18
Maria van Magdala is de eerste die na de begrafenis van Jezus weer in actie komt en gaat kijken bij het graf. In de tuin – steeds terugkerend beeld voor het paradijs in de hof van Eden, de start van kansen, waar God tot in de basis en kern op mensen betrokken is – ontmoet Maria hem van wie ze vermoedt dat hij weet wat er in de tuin gebeurt. En deze man weet inderdaad wat er in de tuin gebeurt: het is Jezus, die zorgt voor het leven in Gods hof. En dan komt de omslag in het evangelie, van het verdriet om de dood naar de verbazing van de opstanding, de verbazing om het hervonden leven en de opnieuw geopende toekomst: “Rabboeni”.
16 april: ZondagMorgenAnders Het thema van deze laatste ZMA is: ‘Wandelen met God’ Hoe neem jij God mee in je leven? De Werkhof heeft ons met elkaar verbonden. We zijn allemaal op onze eigen manier op zoek. En nemen God daarbij mee. En zoveel mensen, zoveel beelden van wie God voor ons is. We hopen dat God ook vandaag een stukje met ons mee wandelt.
23 april: Derde zondag van Pasen: Jesaja 43,1-12, Psalm 116, 10-19, Johannes 21,1-14
Na Johannes 20 waarin de leerlingen worden uitgezonden en waarin we horen dat ze Heilige Geest ontvangen, horen we in hoofdstuk 21 dat ze gaan vissen. Dat is toch wel een anticlimax. Het is maar hoe je het bekijkt. Natuurlijk gaan die leerlingen vissen. Ze moeten hun kostje bij elkaar scharrelen. Het is hun welbegrepen eigenbelang en juist daarin stoort hen die man op de oever. En er is meer dan dat eigenbelang. Er gaan mensen kapot in zeeën van ellende. Kijk eens de andere kant op, dan zie je ze. Kijk eens in de diepte. En juist door die storing wordt de man aan de oever herkend. “Het is de Heer”.
30 april: Vierde zondag van Pasen: Nehemia 9,6-15, Psalm 21, Johannes 10,1-10
Tijdens hun rondgang door het Palestijnse land had Jezus gesproken over herders, schapen, stem en deur. Vandaag is het beeld duidelijk: je kunt niet om Jezus heen. Hij is niet alleen de herder die door de deur van de schaapskooi naar binnen gaat en voor wie de bewaker opendoet. Hij is ook de deur zelf. Na de herder volgende schapen. Misschien komen ze allemaal langs hem en noemt hij hen bij name, ook om te tellen of ze er allemaal wel zijn en er niet een verloren is geraakt.
De schaapskooi is het beeld van de geborgenheid bij de Eeuwige. De deur, Christus, geeft toegang tot Hem, voor iedereen.
7 mei: Lievelingsliederen
De vieringen in mei en juni zullen mede in het teken staan van het naderend afscheid.
14 mei: Zesde zondag van Pasen: Jesaja 41,17-20, Psalm 34,12-23, Johannes 16,16-24
De lezingen van deze zondag cirkelen rond de vraag hoe onze weg in de wereld mag zijn wanneer Jezus bij zijn Vader in de hemel is. Volgens Johannes verbindt de Geest ons met Jezus en zijn Vader en leert ons de hele waarheid. Jesaja verzekert armen en behoeftigen uit Israël en de volken dat de God van Israël hen niet zal verlaten.
Wanneer de Werkhofgemeenschap officieel stopt, zullen we ons ook wat armer voelen.
Maar ook aan ons wordt het oude| Verhaal doorgegeven van God wiens Naam is Ik-zal-er-zijn.
18 mei: Hemelvaart: Handelingen, 1,1-11, Psalm 47, Marcus 16,15-20 (met icoon Hemelvaart
Als Jezus wordt opgenomen in de hemel is dat voor ons meteen de opdracht om het woord van God te doen in de Geest van Jezus. De dubbele beweging omhoog en omlaag zien we terug in de traditionele icoon van de hemelvaart. Op deze icoon wijzen twee engelen (de twee gestalten in witte kleren van Han.1,10) met hun vinger omhoog naar de hemel, terwijl zij tegelijk hun hoofd omlaag buigen naar de apostelen. Want dat is het bijzondere van deze icoon. In plaats van de Galileeërs zien we de apostelen met Maria in hun midden, als symbool voor de gehele kerk.
21 mei: Zevende zondag van Pasen: Ezechiël 39,21-29, Psalm 126, Johannes 17,1-13
Jezus bidt: “Heilige Vader, bewaar hen door uw Naam”. De Naam is de werkelijkheid van God, God die geen naam heeft, maar een naam, dé Naam is. Van die Nam is Jezus afstraling en afdruk. Het si de Nam die zich aan Mozes geopenbaard heeft bij het brandende braambos en die zich in Exodus 34 aan Mozes bekendmaakt met de woorden: i=ontfermend, genadig, lankmoedig en overvloedig in vriendschap en trouw, die vriendschap bewaart, die onrecht, overtreding en zonde vergeeft, maar de schuldige niet voor onschuldig houdt.
28 mei: Pinksteren: Handelingen 2: 1 – 13 en Johannes 14,15–17.25–26 (met icoon Pinkstern)
Wanneer er een afscheid aanstaande is, is er de vraag wat ons zal troosten. Niet zonder reden wordt de Heilige Geest ook wel de Trooster genoemd. Hoe en waar vinden wij troost?’
4 juni: Trinitatis: Exodus 34,4-9, Psalm 150, Matteüs 28,16-20
De heilige Drie-eenheid, God die een Vader genoemd wordt, die zich laat zien in een Mensenzoon, die ons heilige Geest zendt, is het belangrijkste mysterie van het christendom.
Sinds de veertiende eeuw viert de kerk dit op de eerste zondag na Pinksteren. Een logische keuze in het kerkelijk jaar: de leerlingen die Jezus met Hemelvaart verlaten had, werden immers met Pinksteren vervuld van de heilige Geest. Na de periode van de Vader, het Oude Testament, en de Zoon, het Nieuwe Testament, begint nu de periode van de Geest, de kerk. Of moeten we niet zo rechtlijnig denken?
11 juni: Psalm 121 – Jozua 1,1-10 Moed ligt tussen wat is en wat komt
Voor Israël – volk op de tocht – is de grens bereikt. De missie van Mozes is ten einde. Maar hoe moet het nu verder, nu hij er niet meer is? Jozua zal met hen gaan door het water van de Jordaan. Maar wat staat hen te wachten, daar op de nieuwe oever?
Leven is een stroom van veranderingen
Op veel momenten brengt het leven verandering met zich mee. Het is niet altijd gemakkelijk om er vooruitgang en nieuwe kansen in te blijven zien. Je kan er ook tegen opzien, zeker als je ouder wordt.
Leven is een samenspel van vasthouden en loslaten
Er zijn periodes van meer stabiliteit, maar ook periodes van grote veranderingen. Die kunnen noodzakelijk zijn. Ze kunnen ook onverwacht op je weg komen. Het vraagt moed om te onderscheiden wat er in die nieuwe situatie belangrijk is en wat je meer ‘leven’ geeft. De noodzakelijke keuzes doorzetten vraagt moed.
De moed om te veranderen
Sommige verlieservaringen betekenen een grondige verandering. Maar ook kleinere zaken kunnen je leven helemaal omkeren. Soms duurt het een tijd voor je de pijn van wat je moet loslaten kan vergeten. Het vraagt moed om niet enkel in de wereld van het verleden en de herinneringen te blijven leven. Weest sterk en moedig! klinkt driemaal in ons tekstgedeelte.
Wat helpt je om achter te laten wat is?
• Kan je tevreden achterlaten wat voorbij was?
• Kan je met mildheid naar jezelf kijken en je beperkingen aanvaarden?
• Kan je goed afscheid nemen van wat voorbij is?
Een verleden waarmee je in vrede bent, kan je als een rugzak meedragen die je niet belet om de toekomst die verandering brengt, tegemoet te gaan. Dat we de moed vinden om te omarmen wat komt…
18 juni: Jesaja 12,1-6, Psalm 100, Matteüs 10,16-33
De schitterende visie van de Bergrede en de prachtige verhalen over demonen uitdrijvingen en genezingswonderen lopen in de Matteüslezing voor deze zondag uit op de weerbarstige realiteit van volgelingen die worden uitgezonden om nu zelf Jezus’ werk in de wereld gestalte te geven. Twee aan twee, als de dieren uit de ark, worden ze uitgezonden om de aarde opnieuw te bevolken na de vloed. Twee aan twee, om betrouwbaar te kunnen getuigen van het goede nieuws over Gods liefde en genade dat in Jezus nu onder hen gestalte heeft gekregen. Eerst naar het thuisfront en later, na de dood en opstanding van Jezus, naar alle volken en de hele aarde.